Cor A. van Baarle
De mogelijkheid van prehistorische wegen in de omgeving van Epe.
In de heidevelden van de Veluwe treffen wij tal van karresporen aan, ook wel trekwegen genoemd. Deze karresporen zijn zichtbaar aan de vele parallel lopende greppels. In de greppels groeit dikwijls het pijpestrootje, waardoor de karresporen duidelijk accentueren in de heidevelden. De laatste jaren echter is de zichtbaarheid van de karresporen minder geworden door de vergrassing
van de heidevelden.
Het opsporen van deze oude wegen in de gemeente Epe werd gedeeltelijk gedaan door de heer C. Stork door middel van luchtfoto’s. Het opsporen in het veld werd door ons zelf verricht. Hierdoor kon een belangrijk deel van deze karresporen in de gemeente Epe gereconstrueerd worden. Het doel daarbij is om uiteindelijk tot een onderscheid te komen tussen historische en prehistorische
wegen. Het is tevens een middel om oude nederzettingen op te sporen.
Door kartering van de karresporen zijn we tot een mogelijke paleotopografie (dit is de juiste plaats van archeologische vondsten en hun onderling verband in de ruimte te bestuderen) van prehistorische grafheuvels gekomen. Nabij vrijwel alle grafheuvels in de gemeente Epe zijn karresporen waar te nemen. Ze leiden, op enkele uitzonderingen na, van grafheuvel tot grafheuvel.
Indien men de verspreidingskaart van grafheuvels in de gemeente Epe bekijkt, dan valt een aantal rijen waar te nemen. Kenmerkend is wel de 8 km lange denkbeeldige lijn tussen Epe en Niersen, waarlangs minimaal 37 grafheuvels hebben gelegen. Bij de kartering van de karresporen is gebleken, dat ze vrijwel exact de grafheuvelreeks volgen van Epe tot Niersen.
Dit systeem van grafheuvelreeksen met in dezelfde richting lopende karresporen komt viermaal duidelijk voor in onze gemeente, nl. Epe-Niersen, Epe-Tongeren,
Epe-Renderklippen en Laarstraat-Gortel.
Met betrekking tot de vraag of we hier met prehistorische wegen te maken hebben, willen we een vergelijking maken met een bewezen prehistorische weg bij het Celtic-field te Vaassen. In 1967 en ’68 werd een onderzoek verricht door het R.O.B, te Amersfoort in het Celtic-field te Vaassen. Hierbij kwam aan het licht, dat het akkercomplex uit ca. 500 v. Chr. tot ca. 200 na Chr. aan de noord- en westzijde begrensd werd door een prehistorische weg. Deze weg is te herkennen aan de nog vaag zichtbare karresporen in een heideveld aan de Gortelseweg. Volgens de topografische kaarten van de 19e eeuw bestond deze weg destijds nog. Het opmerkelijke ervan is dat deze prehistorische weg door een grafheuvelveld voert.
In deze relatie zou men kunnen veronderstellen dat er nog meer prehistorische wegen in onze gemeente te vinden zijn, waarvan vermoedelijk een aantal tot ver in de historische tijd in gebruik is gebleven.
De weg Epe – Niersen
De historische weg Epe – Niersen is te vinden op een kaart uit de 17e eeuw van Isaak Tirion, maar ook op de 19e eeuwse topografische kaarten. Een gedeelte van deze weg bestaat nog als de Oude Wisselseweg, de Kerkstraat, de Woesterweg en een klein gedeelte van de Veldweg in Schaveren.
Deze historische weg vertoont één verschil met de vermoede prehistorische weg. De historische weg loopt vrijwel parallel met de vermoede prehistorische weg van Epe tot Schaveren, maar buigt dan tot 400 m toe in westelijke richting af, om vervolgens weer ten noorden van Niersen op de veronderstelde prehistorische weg te komen. In de heide nabij de Galgenberg te Niersen en in de heide bij het Hanendorp te Schaveren zijn duidelijk karresporen waar te nemen.
Deze veronderstelde prehistorische weg voert langs ruim 37 grafheuvels. Als wij de 10 kleine verdwenen grafheuvels erbij rekenen, die aan de Laarstraat waren gelegen, zijn het er ruim 47, alle op één lijn. Opmerkelijk is, dat de karresporen midden door de in groepjes geplaatste grafheuvels voeren.
De grafheuvellijn en de karresporen lopen door een smal gedeelte van een beekdal, de Smallertse beek geheten. Hier lag een veengebied tot aan de Gortelse hei, het Pollensche veen. De plek waar de karresporen door het
beekdal voeren, heet Schaveren. In 1660 werd het Schafferder genoemd en daarvoor heette het Schaffoerden. Dit betekent Schaapvoorde of wel doorwaadbare plaats voor schapen. Opmerkelijk is, dat de denkbeeldige
grafheuvellijn Epe – Niersen bij Schaveren een kleine knik maakt. Men zou hieruit kunnen afleiden, dat de doorwaadbare plaats Schaveren tot ver in de prehistorie
gebruikt werd.
De weg Epe-Tongeren
Ten noorden van het voormalige Lohuizerveen bij Epe ligt eveneens een hele serie grafheuvels langs een denkbeeldige lijn en ook hier lopen de karresporen langs de grafheuvels langs deze denkbeeldige lijn. Op een topografische kaart van 1866 is deze weg te zien. Het thans nog bestaande deel van deze weg vormt de Willem Tellstraat en de Burgemeester van Walsemlaan. Het verdere deel is te volgen aan de karresporen in de bospercelen. Daar waar de Koekenbergweg en de
Officiersweg elkaar kruisen, zijn ze nog goed waar te nemen.
Opvallend is wel dat slechts enkele karresporen langs de grafheuvels voeren en dat verreweg de meeste evenwijdig op ca. 80 m ten noorden hiervan lopen. Deze vele karresporen lopen over een wat hoger gelegen deel van het landschap. Overigens is dit niet verwonderlijk. Het lager gelegen deel van de karresporen voert nl. over een zone van nat naar droog gelegen gebied aan het voormalige veen. Dit verschil kan men nog duidelijk aan de vegetatie ter plaatse waarnemen.
De denkbeeldige lijn van grafheuvels is tot aan het Vierhouterbos door te trekken. De karresporen zijn vanaf Tongeren tot Vierhouten in afnemende mate zichtbaar en zijn tenslotte in het geheel niet meer te vinden.
De weg Laarstraat-Gortel
Aan weerszijden van de Langeweg zijn zeer fraaie karresporen te vinden, zij het onregelmatig. Ook deze karresporen voeren langs een reeks grafheuvels. Ook hier valt op, dat de karresporen steeds het hogere deel langs het veen volgen. Ze voeren door de stuifrug in de heide bij Gortel in de richting Vierhouten. In de heide bij Gortel zijn meerdere karresporen te vinden die de hier al voorgenoemde kruisen. Eén ervan is de Hanzeweg Doesburg-EIburg. Deze weg dateert uit de 14e eeuw en is gedeeltelijk nog in gebruik. In de gemeente Epe is dit de Elburgerweg tussen Niersen en Gortel. Bij Gortel is het vervolg van deze weg nog te zien aan de karresporen in de hei, die daar een duidelijke inkeping m de stuifrug maken. De weg is verder te volgen tot bij het Oude Soerel.
Aardewallen in de Gortelse hei
De aardewallen in de Gortelse hei liggen vrijwel evenwijdig aan de verschillende karresporen. We kunnen veronderstellen, dat we hier te maken hebben met in onbruik geraakte akkers die omgeven waren met een aarden wal, gelegen aan de kruisingen van de oude wegen. Scherven die in dit gebied zijn gevonden, dateren
o.a. uit de late middeleeuwen, zoals een randscherf van een kogelpot en enige scherven afkomstig uit het gebied van Keulen, het zgn. Pingsdorfaardewerk.
Overigens zijn hier ook prehistorische aardewerkscherven gevonden (zie Ampt Epe, nr. 56). Het is goed mogelijk dat bij deze karresporen in de heide van Gortel de geschiedenis van Gortel is begonnen.
De weg van de Dellen naar het oude Soerel
Vanuit Noordoostelijk Duitsland liep sinds de 12e eeuw een weg naar de Nederlanden, de zgn. Hessenweg. Deze weg vormt thans de gemeentegrens van Epe, EIburg, Oldebroek en Heerde. Hij maakt een bocht, nl. vanaf de laaggelegen Dellen, over de rug van de Woldberg en vervolgens weer omlaag naar ’t Oude Soerel. Dit gedeelte van de Hessenweg is vermoedelijk niet zo oud als die aan de voet van de Woldberg gelegen karresporen. Deze karresporen zijn in feite het verlengde deel van de Hessenweg en beginnen in de Dellen, waar een brons-dépot is gevonden uit de Late Bronstijd (ca. 750-650 v. Chr.).
Vervolgens kronkelt de weg door het lage deel van het geaccidenteerde terrein langs één grafheuvel (Epe 36) in de richting van het Oude Soerel. Op deze plaats is de totale breedte van al de karresporen ca. 70 m. In het Oude Soerel zijn aardewerkscherfjes gevonden uit vermoedelijk de Vroege Bronstijd.
Bijzonderheden
Als bijzonderheid op te merken zijn de twee verdedigingslinies dwars over de karresporen van de Laarstraat-Gortel en die van Epe-Niersen (beschreven in Ampt
Epe, nr. 58). Beide linies eindigen in het veen. Van de linie bij de Woesterberg is na het onderzoek door J. Butter gebleken, dat er 3 rijen palen, naar het westen
gekeerd, in de aarden wal waren geplaatst. De andere vermoedelijke linie is nog niet wetenschappelijk onderzocht.
Epe
Als wij hier te maken hebben met prehistorische wegen, die als karresporen zichtbaar zijn, gelegen langs grafheuvels en vaak tot ver in de historische tijd in gebruik zijn gebleven, dan mogen we de conclusie trekken dat de ruim 8 eeuwen oude Grote Kerk van Epe gebouwd is op de plaats waar 3 prehistorische wegen bij elkaar kwamen.
Deze plaats zal wellicht een religieuze betekenis in de prehistorie hebben gehad. Hieruit zou dan kunnen blijken een bepaalde bewoningscontinuiteit van de
prehistorie tot aan de middeleeuwen. Over dit onderwerp zullen wij het in een volgend artikel hebben.
Uit Ampt Epe 66